De staties die herinneren aan het begin van de passie op de Olijfberg bevinden zich in de St.-Niklaaskerk ; deze die herinneren aan het einde ervan, de kruisdood van Onze Heer op de Kalvarieberg, in de Sint-Walburgakerk. Tussenin stappen de deelnemers aan de Vastenkruisweg door de duistere straten van Veurne, af en toe halt houdend bij andere staties die scènes uit de lijdensweg in herinnering brengen. De voetstappen weergalmen door de nachtelijke straten. Op deze kadans wordt de rozenkrans gemurmeld. De staties zijn haltepunten ; het zijn episodes in het lijdensverhaal. Daar doorbreken beschouwingen en gebeden in 17de – eeuwse taal de stilte.
Het achterliggend idee van een kruisweg is, dat de gelovige zo in gebed de Via Dolorosa, de lijdensweg van Jezus, kan doorlopen zonder daarvoor naar Jeruzalem te hoeven gaan.
De plaats waar de staties van de openbare vastenkruisweg te Veurne hangen en het aantal voetstappen dat moet worden gezet om van de ene statie naar de andere te gaan, stemmen volgens de overlevering overeen met de afstand waarlangs de Heer is geleid en gegaan : 5.751. Zo lees je in de beschrijving “De weg van het bitter lijden van onzen Heer Jezus Christus”. Na elke statie staat in deze tekst aangegeven, hoeveel stappen er zijn af te leggen naar de volgende. Zo zijn er tussen de tweede statie in de St.-Niklaaskerk en de derde in de Astridlaan 2.360 stappen.
Omdat het aantal staties van kruiswegen hier en daar verschilde, bepaalde Clemens XII, die paus was van 1730 tot 1740, het aantal op veertien. Daar de kruisweg te Veurne dan al bijna een eeuw 18 staties telde, hield men zich hier halsstarrig aan dit aantal.
Maar waarom dit aantal ? De openbare vastenkruisweg te Veurne begint niet zoals de gewone kruisweg met de veroordeling van Jezus door Pilatus, maar in de hof van Olijven (Getsemane). Zo komt het dat in het begin van deze kruisweg volgende staties zijn toegevoegd : “De Hof van Oliveten” en “De plaats der verraderij van Judas” (beide in de St.-Niklaaskerk), “Annas” (Astridlaan) en “Caiphas” (Oude Vestingstraat). Nadien is Jezus een eerste keer in het hof van de prefect Pilatus (Lindendreef), maar wordt van daar eerst nog naar Herodes gestuurd (Zuidstraat). Ook deze scène maakt geen deel uit van de gewone kruisweg van 14 staties. Herodes was viervorst van Galilea, waar Jezus zijn jeugd had doorgebracht, maar was toevallig in Jeruzalem. Pilatus, die zich aan een bitter oordeel wilde onttrekken, deed het voorkomen alsof Jezus dan ook onder diens gezag viel. Herodes liet Jezus in een bespottelijk gewaad hullen en een kroon van doornen opzetten, en stuurde hem terug naar Pilatus om met hem de verantwoordelijkheid voor het vonnis te delen.
Mocht de Veurnse kruisweg in de 18de eeuw omgevormd geweest zijn tot een klassieke kruisweg van 14 staties, dan zou hij pas beginnen met de statietriptiek “In ’t hof van Pilatus” in de Zwarte Nonnenstraat.
Eigenaardig is, dat de openbare kruisweg te Veurne naast de staties nog twee haltes kent, die niet genummerd zijn. In de beschrijving van de kruisweg, met de tekst van de beschouwingen en de gebeden, lees je dan telkens tussen twee staties in een korte tekst met telkens als titel “De weg”. Daarin staat het aantal stappen opgegeven tussen twee staties. Beide ongenummerde haltepunten worden gewoon geciteerd onder de beschrijving van “De weg”. Het gaat om “De beek van Cedron” (Daniël Dehaenelaan) en “Veronica” (Blauwe Nonnenstraat). Dit zijn “doorgangen of passagies”, en geen staties. Toch krijgen de deelnemers er een -zij het korte- bezinning bij de voorgestelde scène te horen. Bij de “Beek van Cedron” luidt deze : “Onze Heer Jesus wordt jammerlijk door het water van Cedron gesleept, terwijl men Hem bespot, belastert en begekt.” Aansluitend volgt, zoals bij de staties, ook bij de “passagies” een gebed.
Hieronder vind je alle staties en passages met de teksten die erbij worden voorgelezen.