Oorsprong van de openbare vastenkruisweg te Veurne

De Vastenkruisweg door de binnenstad van Veurne werd voor de eerste keer in 1626 georganiseerd door Jacob Clou, een norbertijn van de Veurnse Sint Niklaasabdij.

In 1625 was hij op reis geweest naar zijn medebroeders in de Norbertijnerabdij te Drongen.  Tijdens zijn verblijf aldaar werd hij zwaar ziek, zodat zijn gastheer en Jan van Waterleet, zijn reisgezel, besloten te Akkergem (Gent) deel te nemen aan de kruisweg om er te bidden voor de genezing van hun vriend.  De eigenzinnige Clou wou echter samen met hen deelnemen aan deze kruisweg.  Toen hij met de grootste moeite de laatste statie had bereikt, voelde hij zich plots genezen.

Voor de kruisweg in Veurne gebruikte Jacob Clou de bezinningsteksten die in Akkerghem werden gebruikt. Deze teksten, opgesteld door Michiel Zachmoorter, landsdeken van Deinze, waren in 1623 gebundeld in de ‘sponsus sanguineus’.

Tot op vandaag worden deze oud-Vlaamse bezinningsteksten voorgelezen bij elke statie van de Veurnse kruisweg, die zoals deze die indertijd te Akkergem bestond, ook achttien staties telt.